Vanille: een proces

Jaarlijks wordt er in Madagaskar ergens tussen de 1.000 en 2.000 ton vanille geproduceerd, goed voor het leeuwendeel van de globale markt. Het cultiveren, oogsten en bewerken van vanille is een arbeidsintensief werk en vergt heel wat tijd tot we aan het uiteindelijke product komen.

Vanillestokjes zijn eigenlijk gedroogde bessen, welke groeien aan de vanille-orchidee, een klimplant die tot meer dan 15 meter lang kan worden. Het is na saffraan het duurste kruid ter wereld en dit ook met reden. Eerst en vooral is het groeien van vanille niet zo simpel. De meeste planten worden gestekt en het duurt twee tot drie jaar vooraleer een plant volwassen is en klaar om bessen te produceren. De planten moeten worden bijgeknipt en terug naar beneden worden geleid, zodat het haalbaar blijft om nadien de bessen te oogsten. In Madagaskar worden de planten met de hand bestoven aangezien er lokaal geen insecten zijn die dit van nature doen. De bloemen blijven slechts één dag open, wat dus betekent dat men heel georganiseerd de bloemen moet bestuiven!

Negen maanden later zijn de bessen, welke er nu uitzien als groene bonen, klaar om geoogst te worden. Het is van enorm belang om de bonen op het juiste moment te oogsten, niet te vroeg en ook niet te laat. Het tijdstip verschilt per locatie. In onze regio begint het ‘groene seizoen’ rond 15 juli. De bonen zijn nu donkergroen en krijgen een kleurverandering aan de topjes (lichtgroen en geel). Enkel heel ervaren kwekers zijn hiervoor geschikt. Indien de bonen te vroeg geplukt worden, krijg je een inferieur product met een minder aroma. Wanneer men ze te laat plukt, loop je het risico dat ze kunnen opensplijten tijdens het drogingsproces. De bonen hebben op dit moment nog geen aroma en moeten nu zo snel mogelijk bewerkt worden.

Na de oogst worden de bonen kort verhit en worden dan enkele maanden telkens buiten afwisselend in de zon en schaduw gelegd om te drogen. ‘s Nachts worden ze in dekens gerold en in een luchtdichte omgeving bewaard om zo het aroma te bewaren. Overdag ruik je na een aantal weken al meer en meer de overheersende vanillegeur overal op straat in de dorpen en stadjes rond de Vanillekust. Met een perfecte vochtigheidsgraad van 28 tot 30 procent kan de boon zijn ideaal aroma bekomen om uiteindelijk zijn weg als ingrediënt in een van de vele toepassingen te vinden.

Wanneer de bonen voldoende gedroogd zijn worden ze volgens grootte in bundels verpakt met geroosterde raffia om elke humiditeit in het verpakkingsmateriaal te vermijden. De bonen worden nadien zorgvuldig in wax papieren dozen geplaatst en het is cruciaal dat ze genoeg plaats hebben om voldoende lucht te krijgen. Denk eraan dat wanneer je onze vanille koopt je dit ook zo goed mogelijk bewaart. Indien je een vacuum sealer gebruikt, is het van belang een goede sealer te gebruiken en dit met de juiste instellingen. Contacteer ons bij aankoop om de best mogelijke technieken te vragen. Doorgaans is het gebruik van glazen of plastic bokalen met een plastic deksel meer dan ok. Hoeveelheden van 1 kg met voldoende ademruimte bovenaan zijn het best. Met blikken kun je zelfs tot vijf kilo bewaren.

Ons advies is om toch te gaan voor bokalen of blikken en deze in een donkere, droge plaats te bewaren. Vermijd vocht en plaats het zeker niet in de koelkast. We zijn niet zo’n fan van vacuümverpakking. Indien je plastic tubes gebruikt om de bonen mooi te presenteren, gebruik dan liefst een plastic afsluitsel. Een kurk oogt mooi, maar is minder ideaal om vocht buiten te houden. Het is dus van het hoogste belang om de vanille van vocht weg te houden om zo smaakverlies en eventuele schimmels tegen te houden. Indien je alles juist verpakt en bewaart, kun je de vanille jarenlang bewaren zonder kwaliteitsverlies.

We verschepen onze vanille verpakt in plastic en vervolgens in een kartonnen doos en dit in hoeveelheden tot en met 25 kilo, inclusief de nodige exportdocumenten.